Rijden met aanhanger / H. Zwijnenburg
03 Specifieke werkzaamheden
 >  Rijden met aanhangwagen
Introductie

Het gebruik van aanhangwagens in de bouw en aanverwante sectoren is wijd verbreid. Het gebruik van een aanhangwagen is aan wettelijke regels gebonden. Maar zelfs bij het in acht nemen van alle regels en voorschriften kan het rijden met een aanhangwagen bij onjuist gebruik risico’s met zich mee brengen. Het doel van deze voorlichting is de werknemers bekend te maken met deze regels en het gebruik van verschillende typen aanhangwagens. ​​​​​​​

Risico's > Wat kan er gebeuren?

De belangrijkste risico’s van het gebruik van aanhangwagens zijn:

  • Het voeren van onvoldoende of onjuiste verlichting betekent minder zichtbaarheid voor andere weggebruikers en geeft onvoldoende informatie over het rijgedrag;
  • Het te ver laten uitsteken van de lading levert gevaar op voor inzittenen en medeweggebruikers;
  • Het overbeladen van de aanhangwagen kan defecten veroorzaken aan de aanhangwagen of onvoldoende remvermogen opleveren;
  • Overbeladen kan eveneens tot gevolg hebben dat de combinatie niet meer onder controle te houden is, waardoor overige weggebruikers geraakt kunnen worden;
  • Het losschieten van een aanhangwagen en/of de lading;
  • Het verlies van de macht over het stuur;
  • Het rijgedrag van de bestuurder.

Met welk rijbewijs mag ik een auto met aanhangwagen besturen?

U heeft rijbewijs B, BE of B+ (code 96) nodig om met een aanhanger te mogen rijden. Welk rijbewijs de juiste keuze is, hangt af van het toegestaan gewicht van de aanhanger.

Toegestane maximale massa

Behalve wanneer anders vermeld, gaat het bij gewicht om de toegestane maximale massa, ook wel leeggewicht + laadvermogen. Een aanhanger kan bijvoorbeeld een toegestane maximale massa van 750 kilo hebben. Als de aanhanger zelf 150 kilo weegt (leeggewicht), dan mag er nog 600 kilo aan lading bij (laadvermogen). Het gaat dus niet om het daadwerkelijke gewicht.

Is het leeggewicht + laadvermogen van een auto meer dan 3.500 kilo? Dan is een groot rijbewijs (C of C1) verplicht.

Rijbewijs B

Met rijbewijscategorie B mag u met een auto:

een aanhanger van maximaal 750 kilo (leeggewicht + laadvermogen) gebruiken;

een aanhanger zwaarder dan 750 kilo (leeggewicht + laadvermogen) gebruiken als de auto en aanhanger samen niet boven de 3.500 kilo (leeggewicht + laadvermogen) uitkomen.

De aanhanger mag zwaarder zijn dan de lege auto.

Rijbewijs B+ (code 96)

Met rijbewijscategorie B+ (code 96) mag u met een auto:

iedere aanhanger gebruiken als de auto en aanhanger samen niet boven de 4.250 kg (leeggewicht + laadvermogen) uitkomen.

Rijbewijs BE voor 19 januari 2013 gehaald

Met rijbewijscategorie BE van voor 19 januari 2013 mag u met een auto:

iedere aanhanger of oplegger gebruiken. Er is geen grens aan het leeggewicht + laadvermogen.

Let wel op de maximale trekhaaklast. Die staat vermeld in het kentekenbewijs of instructieboekje van de auto.

Rijbewijs BE na 19 januari 2013 gehaald

Met rijbewijscategorie BE van na 19 januari 2013 mag u met een auto:

een aanhanger of oplegger van maximaal 3.500 kilo (leeggewicht + laadvermogen) gebruiken;

onder bepaalde voorwaarden een aanhanger of oplegger gebruiken die zwaarder is dan 3.500 kg.

Gebruik aanhangwagens

Het op de openbare weg brengen van een aanhangwagen vereist dat de bestuurder altijd deel I en II van het kentekenbewijs bij zich heeft. Als een aanhangwagen een typeplaatje en chassisnummer heeft, volstaat de bestuurder met het tonen van het kentekenbewijs maximaal 1 week na aanhouding.

Achteruitrijlamp verplicht

Met ingang van 10 juli 2011 moeten aanhangwagens zijn voorzien van achteruitrijverlichting in combinatie met een 13-polige stekker. Dit geldt voor nieuwe aanhangwagens met kenteken die nog niet op naam staan. Bij aanhangwagens tot 6 meter is 1 achteruitrijlamp verplicht en 1 extra toegestaan. Bij aanhangwagens van meer dan 6 meter zijn 2 achteruitrijlampen verplicht en 2 extra toegestaan.

Losbreekvoorzieningen

 Aanhangwagens tot 1500 kg. totaalgewicht moeten een veiligheidsvoorziening hebben die voorkomt dat de aanhangwagen z'n eigen weg gaat als hij van de auto losbreekt. Voor ongeremde aanhangwagens komt alleen een hulpkoppeling in aanmerking. Op geremde uitvoeringen zit veelal een handrembreekkabel, maar een hulpkoppeling kan ook. Ze mogen niet alle twee tegelijk voorkomen.

Hulpkoppeling

Aanhangwagens zonder reminstallatie moeten een hulpkoppeling hebben. Dit geldt ook voor geremde aanhangwagens tot 1500 kg. (leeg gewicht plus laadvermogen) zonder losbreekinrichting. Dit laatste komt overigens zelden voor. Een hulpkoppeling bestaat uit één of twee kabels (kettingen mogen ook) die zo dicht mogelijk bij het midden van het voertuig zijn vastgemaakt. Hij mag de werking van de eventueel aanwezige reminstallatie niet belemmeren en moet zo zijn aangebracht, dat bij het losraken van de originele koppeling de dissel de grond niet kan raken. Ook moet de hulpkoppeling sterk genoeg zijn om de aanhangwagen - met lading en al - aan de auto vastgekoppeld te houden.

Vastzetinrichting

Een aanhangwagen moet voorzien zijn van een goed werkende vastzetinrichting. De vastzetinrichting moet minimaal mechanisch werken op twee wielen. Je kan deze inrichting vergelijken met een handrem. Aanhanger met een maximaal toegestane massa van minder dan 750 kg zijn niet verplicht om een vastzetinrichting te hebben.

Verlichting

Elke aanhangwagen moet zijn voorzien van:

  • twee stadslichten aan de voorzijde indien deze breder dan 1,60 meter is;
  • twee achterlichten;
  • Achteruitrijlamp;
  • verlichting aan de achterkentekenplaat;
  • twee richtingaanwijzers aan de achterzijde van het voertuig (rood of ambergeel)
  • twee remlichten;
  • één of twee mistachterlichten;
  • twee driehoekige, rode retroreflectoren aan de achterzijde;
  • twee witte retroreflectoren aan de voorzijde van de aanhangwagen, als deze is van na 31-12-1997 en breder is dan 1,60 meter;
  • niet-driehoekige ambergele retroreflectoren aan elke zijkant van het voertuig;

Voor aanhangwagens met een toegestane maximum massa van meer dan 750 kg (eigen gewicht plus belading) geldt bovendien de verplichting van:

  • twee markeringslichten aan de voorzijde en twee aan de achter­zijde van het voertuig, indien deze in gebruik is genomen na 31-12-1997 en breder is dan 2,10 m;
  • zijmarkeringslichten indien het voertuig na 31-12-1997 in gebruik is genomen en langer is dan 6,00 meter;
  • één of twee mistachterlichten, indien in gebruik genomen na 31 december 1997;

kentekenplaat

Een aanhangwagen met een maximaal toegestane massa van meer dan 750 kg. heeft een eigen kentekenplaat. Als de aanhanger lichter is, dan wordt er gebruik gemaakt van een witte kentekenplaat met hetzelfde kenteken als het trekkende voertuig. Verder is een aanhanger verplicht goedwerkende kentekenplaatverlichting te hebben.

Aan de voorzijde van het motorvoertuig en aan de achter­zijde van de aanhangwagen moet een goed leesbare, officiële kentekenplaat zijn aangebracht met het juiste nummer en met het rijks-keurmerk.

Trekhaak

Het koppelen van de aanhangwagen zal dikwijls plaats vinden door een kogelkoppeling, de zogenaamde trek­haak. Deze trekhaak dient gekeurd te zijn als de te koppelen aanhangwagen een toegestane maximum gewicht heeft van meer dan 750 kg. Heel belangrijk is dat de aanhangwagen op de juiste wijze is aangekoppeld. Controleer dit zo nodig door krachtig de dissel/triangel omhoog te trekken. De druk op de kogel dient tussen 45 en 75 kg te zijn. Dit is voor het rijgedrag van de aanhangwagen van groot belang.

Afmetingen

Aanhangwagens mogen:

  • niet langer zijn dan 12,00 meter indien het een meer-assige aanhangwagen betreft;
  • niet langer zijn dan 8,00 meter indien het een middenasaanhangwagen betreft;
  • niet breder zijn dan 2,55 meter inclusief belading;
  • niet hoger zijn dan 4,00 meter inclusief belading;
  • Combinatie trekkend voertuig en aanhangwagen mogen maximaal 18,00 meter lang zijn.

Belading

Het aan de voorzijde laten uitsteken van de lading is verboden als deze verder komt dan het uiterste voorste punt van de aanhangwagen. De bestuurder mag tijdens het rijden van bochten niet gehinderd worden door deze lading. Aan de zijkanten mag de lading niet meer uitsteken dan de maximale toegestane breedte die voor deze voertuigen is vastgesteld.

Aan de achterzijde mag de lading niet meer dan 1 m achter het voertuig uitsteken en de maximale uitsteek­lengte achter de achterste as mag niet meer bedragen dan 5 m. Uitstekende lading dient gemarkeerd te worden met een rood-wit gestreepte ‘lange lading markeringsbord’.

Lange ondeelbare lading mag tot het hart van het aankoppelpunt met het trekkende voertuig komen. Deelbare lading mag te allen tijde niet doorsteken voorbij het kopschot van de aanhangwagen.

De breedte van het trekkend voertuig en aanhangwagen mag niet groter zijn dan de maximum toegestane breedte. Lading mag niet meer dan 20 cm aan elke zijkant uitsteken.

De lading dient goed te worden verdeeld, waardoor een juist zwaartepunt wordt verkregen. Zorg er hierbij voor dat zware lading zo dicht en zo laag mogelijk boven de as ligt. Daarnaast dient men de lading goed vast te zetten, zodat deze niet kan verschuiven.


Bij het rijden met een aanhangwagen dient men rondom over een goed uitzicht te beschikken. Via de twee buitenspiegels dien je in ieder geval langs de zijkanten van de aanhanger naar achteren te kunnen kijken. Wanneer de aanhangwagen erg groot is of als het zicht door middel van de binnenspiegel onvoldoende is zijn extra buitenspiegels vereist. Als er veelvuldig met zware lading wordt gereden, is het aan te bevelen de achterwielen van de auto te voorzien van zwaardere veren. Het instructieboekje bij de auto bevat informatie over maximale aanhanggewichten. Voor vertrek dient altijd de werking van de verlichting te worden gecontroleerd.

Wanneer is een aanhangernet verplicht?

Sinds 1 januari 2007 is het verplicht om een aanhangernet te gebruiken als je losse lading op je aanhanger vervoert. Enkele voorbeelden van losse lading zijn tuinafval, puin, stenen en brandhout, maar er zijn natuurlijk nog legio andere voorbeelden te bedenken. Waar het om gaat is dat je een aanhangernet gebruikt als je lading vervoert die tijdens het rijden van de aanhanger kan vallen of waaien, zelfs als je de lading hebt vastgezet met touw of spanbanden.

Grote objecten zoals kasten hoeven niet afgedekt te worden met een aanhanger net. Het is immers niet erg waarschijnlijk dat zulke grote goederen van de aanhanger waaien. Natuurlijk moeten ze wel goed worden vastgezet. Twijfel je of de lading die je vervoert onder losse lading valt? Dan doe je er altijd verstandig aan om voor de zekerheid een net te gebruiken. Better safe than sorry!

Waar staat dit?

Deze verplichting is opgenomen in het voertuigreglement van de overheid, om precies te zijn in artikel

5.18.6. Hierin staat dat:

1. het voertuig zodanig beladen moet zijn dat de lading of delen daarvan niet van het voertuig kunnen vallen;

2. losse lading ten aanzien waarvan het gevaar bestaat dat deze of delen daarvan tijdens het rijden van het voertuig vallen, deugdelijk moet zijn afgedekt.

Als je wordt aangehouden terwijl je losse lading vervoert en geen aanhangernet gebruikt, kun je een boete verwachten van minimaal € 230,-.


Waarom is een aanhangernet verplicht?

Het gebruik van een bagagenet bij vervoer van losse lading is verplicht, omdat anders delen van de lading van de aanhangwagen kunnen waaien of vallen. We hoeven je niet te vertellen dat dit tot zeer onveilige verkeerssituaties kan leiden.

Rijgedrag

​​​​​​​Aanhangwagen en lading hebben een duidelijke invloed op het rijden. Houd hierbij met name rekening met:

  • het trager optrekken;
  • de langere remweg;
  • lagere maximale bochtsnelheid;
  • verminderde rechtuit stabiliteit;
  • minder stabiliteit bij een snelle uitwijkmanoeuvre;
  • sterkere reactie op sporen en kuilen in het wegdek;
  • extra windvang;
  • meer manoeuvreerruimte nodig.

Denk bij het afrijden van een helling of inrijden van een tunnel ook aan het extra gewicht dat tegen de auto duwt.

Maximum snelheid

 De maximum snelheid bij het rijden met aanhangwagen is binnen de bebouwde kom 50 km/h en buiten de bebouwde kom 80 km/h.

Op snelwegen maximaal 90 km/h.

Discussie > Bespreek het met je collega’s!

Ga met elkaar in gesprek over het volgende:

  1. Was deze opfriscursus nuttig? Waarom wel / Waarom niet?
  2. Zijn er ervaringen die je wilt delen met je collega's?
  3. Wat heb je geleerd van die ervaring?
Tips > Voor meer informatie
  • Gebruik een uitkijk bij onoverzichtelijke verkeerssituaties;
  • Het gebruik van de aanwezige autogordels is verplicht;
  • Draag zorg voor voldoende zicht naar voren, opzij en naar achteren;
  • Dek lading goed af, er mag geen lading van de aanhangwagen kunnen vallen;
  • Markeer scherpe delen aan de lading die gevaar kunnen opleveren;
  • Zet de opklapbare delen aan de buitenkant van de aanhangwagen goed vast;
  • Bekijk voor het vervoeren van lading de banden, profieldiepte en beschadigingen;
  • Controleer voor vervoer van lading trekboom, koppeling en trekdriehoek op scheuren, beschadigingen en breuk;
  • Bij het nemen van een bocht, neemt de aanhangwagen een iets kortere weg dan de auto. Houd hiermee rekening, zodat er bijvoorbeeld geen fietsers ingeklemd raken tussen aanhangwagen en stoep;
  • Als de combinatie gaat slingeren rem gedoseerd af;
  • Voorkom dat personen kunnen worden getroffen door schuivende lading;
  • Gewoon vertragen kan het best zoveel mogelijk op de motor plaatsvinden om de remmen te sparen;
  • Neem kruispunten zoveel mogelijk in één keer. Bij halver­wege stoppen kan de aanhangwagen immers de weg blokkeren;
  • Controleer regelmatig water- en oliepeil, bandenspanning, verlichting en de werking van de remmen.

Scan de volgende code met de app om deze toolbox te bekijken.