Hijsen van materialen is heel regelmatig noodzakelijk binnen Unica. Hiervoor zal altijd een specialistisch hijsbedrijf worden ingeschakeld die ons zal helpen de materialen verticaal te transporteren. Toch is het goed om kennis te hebben van de risico's en maatregelen die genomen moeten worden om veilig te hijsen, zodat we in die zin ook toezicht kunnen houden maar ook zelf kunnen meehelpen, bijvoorbeeld met het aanhaken van materiaal.
De Arbowet zegt hierover onder meer het volgende: “Alle werknemers zijn verplicht de nodige voorzichtigheid en zorgvuldigheid in acht te nemen ter vermijding van gevaren voor de veiligheid of de gezondheid van hemzelf of van anderen.”
Deze gezamenlijke verantwoordelijkheid komt goed naar voren bij het onderwerp ‘veilig hijsen’. De werkgever draagt o.a. zorg voor veilige werktuigen en hijsgereedschap, voor opleiding, instructie en voorlichting. Maar veilig hijsen is meer dan het gebruik van veilige hijswerktuigen en goed hijsgereedschap; als je lasten moet hijsen moet je de middelen juist gebruiken, zorgen voor een veilige werkomgeving, werken onder veilige omstandigheden en de veiligheidsinstructies van je werkgever opvolgen.
Ontstaat er een ongeval door onverschilligheid, onoplettendheid of onveilig werken, bijvoorbeeld de overbelastings-beveiliging van een kraan uitschakelen, kan de machinist strafrechtelijk worden vervolgd. De kraanmachinist is op het werk als eerste verantwoordelijk voor het veilig werken met een hijswerktuig.
Welke risico's zijn er?
De beheersmaatregelen zijn:
Ga met elkaar in gesprek over het volgende:
Mocht je een rol spelen bij de communicatie met de kraanmachinist dan zijn dit de standaard hijsaanwijzingen:
Algemeen:
Breng de kraandrijver niet in verwarring door met meerdere mensen aanwijzingen te geven, en:
1. Hijsen
Draai, met schuin opgeheven arm, de vuist in de pols.
2. Vieren
Beweeg, met gestrekte arm, de hand flink op en neer, zo nodig de gehele arm.
3. Stoppen voor alle bewegingen van het hijswerktuig, ook: Aanhouden van de hijs
Breng de gestrekte hand, palm duidelijk zichtbaar, en arm boven schouderhoogte. Houd de hand stil.
4. Noodstop voor alle bewegingen van het hijswerktuig
Breng de gestrekte handen en armen snel omhoog.
5. Een klein stukje
Breng beide handen op kleine afstand van elkaar, met de handpalmen naar elkaar gericht. De handen kunnen zowel horizontaal als verticaal worden gehouden. De hierop volgende beweging kan zijn: hijsen, vieren, stoppen, rijden, vlucht veranderen, zwenken.
6. Rijden van het hijswerktuig in de aangegeven richting
Wijs aan met de ene hand; maak flinke draaiende bewegingen met de andere hand.
7. Vluchtveranderingen
Geef met de hand aan, eventueel verduidelijkend met wijsvinger of duim, en door het bewegen van zo nodig de onderarm, waarheen de last moet worden verplaatst.
8. Zwenken
in aangegeven richting - Geef de richting aan met de handen.
Scan de volgende code met de app om deze toolbox te bekijken.