QHSE / H. Honsbeek
03 Specifieke werkzaamheden
 >  Veilig Hijsen
Introductie

Hijsen van materialen is heel regelmatig noodzakelijk binnen Unica. Hiervoor zal altijd een specialistisch hijsbedrijf worden ingeschakeld die ons zal helpen de materialen verticaal te transporteren. Toch is het goed om kennis te hebben van de risico's en maatregelen die genomen moeten worden om veilig te hijsen, zodat we in die zin ook toezicht kunnen houden maar ook zelf kunnen meehelpen, bijvoorbeeld met het aanhaken van materiaal.

De Arbowet zegt hierover onder meer het volgende: “Alle werknemers zijn verplicht de nodige voorzichtigheid en zorgvuldigheid in acht te nemen ter vermijding van gevaren voor de veiligheid of de gezondheid van hemzelf of van anderen.”

Deze gezamenlijke verantwoordelijkheid komt goed naar voren bij het onderwerp ‘veilig hijsen’. De werkgever draagt o.a. zorg voor veilige werktuigen en hijsgereedschap, voor opleiding, instructie en voorlichting. Maar veilig hijsen is meer dan het gebruik van veilige hijswerktuigen en goed hijsgereedschap; als je lasten moet hijsen moet je de middelen juist gebruiken, zorgen voor een veilige werkomgeving, werken onder veilige omstandigheden en de veiligheidsinstructies van je werkgever opvolgen.

Ontstaat er een ongeval door onverschilligheid, onoplettendheid of onveilig werken, bijvoorbeeld de overbelastings-beveiliging van een kraan uitschakelen, kan de machinist strafrechtelijk worden vervolgd. De kraanmachinist is op het werk als eerste verantwoordelijk voor het veilig werken met een hijswerktuig.

Risico's > Wat kan er gebeuren?

Welke risico's zijn er?

  • Het grootste risico is dat personen worden getroffen door uit de hijs vallende lasten;
  • Hijsen van niet goed gebalanceerde lasten;
  • Het niet toepassen van speciale hijsgereedschappen;
  • Aanslaan van de last aan de punt van de haak;
  • Gebruik van kettingen met kleine eindschalmen;
  • Geraakt worden door kraandelen;
  • Beschadigen van equipement;
  • Beknelling;
  • Kantelen van de kraan;
  • Ook bij gebruik van staalstroppen of hijsbanden zijn de nodige risico's, hieronder enige informatie omtrent gebruik hiervan:

Staalstroppen
De staalstroppen die wij veelal tegenkomen zijn van het type superloop. Dit zijn de meest veilige stroppen en voorzien van een certificaat. De lood talurit klemmen mogen niet meer gebruikt worden. Beschadigde stroppen (bijvoorbeeld met breuknesten, kapotte strengen en overmatige slijtage) ook niet gebruiken. Als een last wordt aangeslagen moet gelet worden op scherpe randen en bescherm de stroppen met hoek-of kantbeschermers. Slagen, kinken of knopen zijn verboden en gevaarlijk. Bij gebruik hiervan altijd werkhandschoenen gebruiken!

Hijsbanden
De meest gebruikte hijsbanden zijn van kunststof (bijvoorbeeld polyester). Er zijn ook hijsbanden van verzinkt staaldraad, al of niet beschermd met kunststof of rubber. Er zijn vlakke en ronde hijsbanden. De hijsbanden moeten voorzien zijn van een etiket met vermelding van maximale werklast en type goedkeuring. 

Voordelen van hijsbanden
  • Hijsbanden worden doorgaans gebruikt bij lasten die gemakkelijk kunnen beschadigen en geen scherpe randen hebben, omdat de hijsbanden licht en makkelijk hanteerbaar zijn en niet kunnen roesten.

Nadelen van hijsbanden
  • Ze zijn kwetsbaar voor mechanische beschadigingen zoals slijtage door wrijving en/of insnijding op scherpe kanten van de last. Daarnaast zijn ze gevoelig voor inwerking van agressieve chemicaliën, vocht en UV straling. Daar waar de kans bestaat op hoge slijtage kunnen banden met beschermhoezen worden gebruikt. De hijsbanden verdragen geen warmte.
Maatregelen > Wat moet je doen?

De beheersmaatregelen zijn:

  • Het hijsen aan bindmiddelen, banden en verpakkingen van materiaal is niet toegestaan, tenzij ze hiervoor speciaal zijn ontworpen;
  • Indien verschillende onderdelen tegelijkertijd worden gehesen, zorg je ervoor dat een of meerdere delen niet uit de hijs kunnen vallen;
  • Sla lange lasten zo veel mogelijk op verschillende punten aan, en bepaal daarbij het zwaartepunt;
  • Bij gebruik van twee, drie of meersprongen moet het gewicht gelijkmatig verdeeld worden. Een spreidhoek van maximaal 60º wordt aangeraden;
  • Trek lasten nooit los;
  • Hijs nooit meer dan de toegelaten veilige werkbelasting;
  • Kraanmachinist: Hijs nooit een last als je ziet dat de last niet goed is aangeslagen;
  • Houd rekening met de weersomstandigheden. Stop de hijswerkzaamheden bij windkracht 6 of hoger (open bouw). Een windsnelheidsmeter is noodzakelijk;
  • Let op: Bij het hijsen van lasten met een relatief groot oppervlakte, bijvoorbeeld bekistingschotten, kunnen bij lage windsnelheden al problemen ontstaan;
  • Controleer het hijsgereedschap regelmatig of het in goede staat verkeert;
  • Zet het hijsgebied af, tijdens de hijsbeweging mogen zich nooit mensen onder de last bevinden;
  • De kraan moet goedgekeurd en gecertificeerd zijn en het kraanboek (keuringen en reparaties) en het hijsboek met daarin de hijstabellen en grafieken moeten aanwezig zijn bij de kraan;
  • Bij de kraan moeten de certificaten van de hijsmiddelen aanwezig zijn. Hierop staan o.a. de afkeurnormen vermeld;
  • De machinist moet in het bezit zijn van een hijsbewijs;
  • Gebruik machines, toestellen, werktuigen, transportmiddelen en andere hulpmiddelen op de juiste wijze;
  • Verander de aangebrachte beveiligingen op de werktuigen, toestellen etc. niet en verwijder deze niet zonder noodzaak;
  • Voorafgaande aan de hijswerkzaamheden moet een hijsplan zijn ingediend door de firma die de hijswerkzaamheden uit gaat voeren, hierin moet staan; de max. grondbelasting, de vlucht van de te hijsen last, de gieklengte en het max. gewicht wat bij die gieklengte kan worden gehesen. Dit hijsplan moet door de opdrachtgever worden goedgekeurd;
  • Eventuele voorzieningen in de grond (onder de opstelplaats van de hijskraan,) zoals riolen, sprinklerleidingen, hoogspanningskabels e.d., moeten geïnventariseerd worden, indien nodig moeten er extra maatregelen getroffen worden om de grondbelasting van de hijskraan te minimaliseren ter bescherming van de voorzieningen in de grond eronder;
  • Zie je gevaren of onveilige situaties geef deze dan direct door aan uw werkgever;
  • Zorg voor ‘good housekeeping’ (orde en netheid op de werkplek);
  • De kraanmachinist en degene die de last aanslaat of afpikt, moeten goed met elkaar (kunnen) communiceren, dat wil zeggen:
    • Oogcontact of spreekcontact;
    • Één persoon ter plekke communiceert met de machinist;
    • Zie verder hieronder (Tips).
Discussie > Bespreek het met je collega’s!

Ga met elkaar in gesprek over het volgende:

  1. Maken we altijd gebruik van een hijsbedrijf?
  2. Zorgen we voor een hijsplan en beoordelen we deze?
  3. betrekken we ook de gebouweigenaar/opdrachtgever in voldoende mate bij de hijs actie?
  4. Zorgen we voor voldoende afzetting en verwijdering van omstanders?​​​​​​​
Tips > Voor meer informatie

Mocht je een rol spelen bij de communicatie met de kraanmachinist dan zijn dit de standaard hijsaanwijzingen: 

Algemeen:

Breng de kraandrijver niet in verwarring door met meerdere mensen aanwijzingen te geven, en:

  • Maak vooraf kenbaar wie de signalen geeft;
  • Bespreek vooraf met de kraandrijver commando's die gegeven worden;
  • Zorg dat u zichtbaar bent voor de kraandrijver, ga zelf in een vrije positie staan ten opzichte van de last;
  • Als de last over grote afstand of op een niet zichtbare plaats voor de kraandrijver moet worden geplaatst is het gebruik van portofoons noodzakelijk;
  • Gebruik de voorgeschreven signalen:

1. Hijsen
Draai, met schuin opgeheven arm, de vuist in de pols. 

2. Vieren
Beweeg, met gestrekte arm, de hand flink op en neer, zo nodig de gehele arm. 

3. Stoppen voor alle bewegingen van het hijswerktuig, ook: Aanhouden van de hijs
Breng de gestrekte hand, palm duidelijk zichtbaar, en arm boven schouderhoogte. Houd de hand stil. 

4. Noodstop voor alle bewegingen van het hijswerktuig
Breng de gestrekte handen en armen snel omhoog. 

5. Een klein stukje
Breng beide handen op kleine afstand van elkaar, met de handpalmen naar elkaar gericht. De handen kunnen zowel horizontaal als verticaal worden gehouden. De hierop volgende beweging kan zijn: hijsen, vieren, stoppen, rijden, vlucht veranderen, zwenken. 

6. Rijden van het hijswerktuig in de aangegeven richting
Wijs aan met de ene hand; maak flinke draaiende bewegingen met de andere hand. 

7. Vluchtveranderingen
Geef met de hand aan, eventueel verduidelijkend met wijsvinger of duim, en door het bewegen van zo nodig de onderarm, waarheen de last moet worden verplaatst. 

8. Zwenken
in aangegeven richting - Geef de richting aan met de handen.
​​​​​​​​​​​​​​


Scan de volgende code met de app om deze toolbox te bekijken.