E. Kabel
03 Specifieke werkzaamheden
 >  Werken op een RWZI
Introductie

RWZI staat voor ''Riool Water Zuiverings-Installatie''. RWZI's zijn belangrijk voor het zorgen van schoon oppervlaktewater. Deze installaties ontvangen het rioolwater van de gemeentes via de riolering. Dat heet het stedelijk afvalwater. Grote bedrijven kunnen rechtstreeks op een rwzi aangesloten zijn. Het vervuilde water gaat via rioolgemalen en persleidingen naar de rwzi. Bij de rwzi wordt het rioolwater zo schoon dat het weer de natuur in kan. Het gezuiverde water gaat dan naar kanalen, beken en plassen. 

Het zuiveren gebeurt in verschillende stappen. Eerst stroomt het water door een rooster, hier worden de grove delen zoals bladeren, plastic of billendoekjes eruit gefilterd. Daarna maakt het water reis door de installatie. Slib zakt naar de bodem, en bacteriën worden aan het water toegevoegd zodat zij dit schoon 'eten'. Hierna worden de volgegeten bacteriën weer gescheiden van het water en kan het geloosd worden op het oppervlakte water. 

Het werken op zo een installatie, neemt uiteraard bepaalde risico's met zich mee. In deze toolboxmeeting worden de risico's en maatregelen beschreven, die genomen moeten worden om deze te kunnen beheersen. Verder gaan we in op het vaccinatieprotocol van Unica. 

Risico's > Wat kan er gebeuren?

De belangrijkste specifieke risico's wanneer er wordt gewerkt op een rwzi zijn: 

  • Verstikking; 

Werken in of nabij besloten ruimten op een RWZI kan gevaar opleveren. Dit kan onder ander verstikking ten gevolge van te weinig zuurstof (O2). 

  • Bedwelming of vergiftiging; 
Werken in of nabij besloten ruimten op een RWZI kan gevaar opleveren. Dit kan onder ander verstikking ten gevolge van teveel zwavelwaterstof (H2S). Zwavelwaterstof (H2S) of terwijl waterstofsulfide staat bekend als de ''rotte eieren'' geur. Let op: H2S is een gas dat laag bij de grond blijft hangen. Dit kan vrijkomen wanneer je door de slib loopt. Dus er komt op dat moment te veel gas vrij! 

Andere voorkomende gassen, dampen (of deeltjes ervan) kunnen zijn: fosfaten, PCB's, metalen, zwavel, ammoniak, hexachloorbenzeen, benzeen, ethaan, nitriet, bacteriën, virussen en medicijnen. 
  • Brand of explosie ten gevolge van biogas (methaan CH4); 

In besloten ruimten en gevarenzones (gashouders, gistingstanks, gasmotoren) bestaat er een gevaar voor brand en/of explosie ten gevolge van aanwezigheid van Methaan (CH4). Methaan is namelijk een uiterst brandbaar gas. Het gas is lichter dan lucht. Zit er minder dan 4,4% Methaan in de lucht, dan is dit mengsel niet explosief en niet brandbaar. Zit er tussen de 4,4 en 16% Methaan in de lucht, dan is dit mengsel explosief. Boven de 16% Methaan in lucht, is het mengsel niet explosief, maar wel brandbaar bij uitstroming in lucht. Het gebied tussen de 4,4 en 16% noemen we het explosiegebied van Methaan. Algemeen geldt dat er geen enkele concentratie gas of damp van een brandbare of explosieve stof aanwezig mag zijn in de lucht. Is dit niet te vermijden dan dient, via continue meting, het percentage gevaarlijke stof in de lucht te worden bepaald. Deze mag de waarde van 10% van de onderste explosiegrens dan niet overschrijden. Voor Methaan is dit dus dan 0,44% in lucht.

  • Besmetting met ziekteverwekkende micro-organismen; 

Bij het werken op een RWZI is de kans op besmetting met ziekteverwekkende micro-organismen (ofwel biologische agentia) veel groter dan in vele andere werksituaties. Dit komt doordat u in contact kunt raken met materiaal dat vele soorten aan ziektekiemen kan bevatten. Ziekteverwekkers bevinden zich vooral in afvalwater, fijne nevel van afvalwater nabij beluchters, (stof van gedroogd) slib, grof vuil en/of zand uit de zandvanger. 

Bacteriën kunnen zich via de mond, huid en inademing binnendringen. Een besmetting leidt gelukkig veelal niet tot ziek worden. De kans om ziek te worden wordt enerzijds bepaald door de dosis en sterkte van de ziektekiemen waarmee u besmet wordt en enigszins door de afweerkracht van het lichaam. De afweerkracht wordt bepaald door de gezondheidstoestand, conditie, voedingstoestand en/of mate van vermoeidheid.

  • Uitglijden ten gevolge van slibresten. 

Aanwezigheid van slibresten doet de kans op uitglijden toenemen. De meest voor de hand liggende maatregel ter voorkoming van dit gevaar zou het opruimen van het slib zijn. Hieraan zitten echter enkele bezwaren. Het slib mag namelijk (met name bij inpandige situaties) niet zonder meer met een (hoge druk) waterspuit worden verwijderd. In dit slib zitten namelijk ‘’Endotoxinen’’. Endotoxinen zijn een soort bacteriën die in elke organische stof aanwezig is. Na inhalatie kunnen ontstekingsreacties optreden met als gevolg één of meer van de volgende reacties: griepachtige verschijnselen, kortademig en/of chronische bronchitis. Daarom dient slib eventueel met gebruikmaking van de juiste persoonlijke beschermingsmiddelen te worden verwijderd. Is dit niet mogelijk, zorg er dan voor dat het gebied met slib wordt vermeden (door er bijvoorbeeld om heen te lopen).

Maatregelen > Wat moet je doen?

De belangrijkste maatregelen wanneer er wordt gewerkt op een RWZI worden hieronder beschreven.

  • Ga niet aan het werk zonder een werkvergunning; 
  • Ga niet aan het werk voordat er metingen zijn verricht. Gebruik hiervoor een gevaarlijke gassen detector (bijv. een multigasdetector);
  • Voer altijd een LMRA uit voordat je start met de werkzaamheden; 
  • Zorg voor goede en juiste ventilatie in besloten ruimtes; 
  • Gebruik en draag de juiste PBM's. Laat je door de toezichthouder voorlichten over persoonlijke beschermingsmiddelen, zoals onafhankelijke adembeschermingsmiddel en werkkleding;
  • Werk nooit alleen in een besloten ruimte. Werken in besloten ruimte dient altijd door twee personen uitgevoerd te worden. Één persoon buiten de besloten ruimten; 
  • Wanneer een persoon bewusteloos raakt, benader deze dan niet. Wellicht is op het niveau waarop deze persoon zich bevindt een tekort aan zuurstof of een teveel aan zwavelstof. Waarschuw in dit geval de toezichthouder RWZI en BEL 112. 
  • Er mag nooit gerookt worden op een RWZI; 
  • Geen open vuur in besloten ruimten en gevarenzones; 
  • Geen gebruik maken van elektrisch gereedschappen, mobiele telefoons of gereedschappen die vonken kunnen veroorzaken (metalen steek- of ringsleutels) in gebieden met explosiegevaar; 
  • Voorkom zoveel mogelijk contact met besmet materiaal;
  • Draag géén sierraden zoals horloges, ringen en dergelijke tijdens de werkzaamheden;
  • Trek regelmatig schone werkkleding aan;
  • Altijd goed de handen wassen alvorens te gaan eten of drinken;
  • Altijd goed de handen wassen voor en na de werkzaamheden;
  • Laat elk wondje, hoe klein dan ook, goed verzorgen;
  • Maak apparatuur en gereedschap na gebruik goed schoon;
  • Eventueel vaccinatie;

Uitglijden door slibresten
  • Een slib kan, eventueel met gebruikmaking van de juiste persoonlijke beschermingsmiddelen, worden verwijderd. Is dit niet mogelijk, zorg er dan voor dat het gebied met slib wordt vermeden (door er bijvoorbeeld om heen te lopen).

Vaccinatie

Unica biedt alle rioolwerkers vaccinaties aan tegen de meest voorkomende virussen/bacteriën in het rioolwerk. 
(zie het vaccinatieprotocol van Unica)

Hepatitis A en B (combinatie)

De vaccinatie tegen hepatitis A en B bestaat uit twee injecties in de spier van de bovenarm met minimaal 6 en maximaal 12 maanden tussentijd. De beschermingsduur is minimaal 25 jaar. Bijwerking is kortdurend wat lichte spierpijn op de injectieplaats bij een aantal gevaccineerde personen. 

Tetanus en Polio

De vaccinatie tegen tetanus bestaat voor mensen die in hun jeugd een volledig rijksvaccinatieprogramma hebben gehad (D(K)TP) uit één injectie in de bovenarm. Maar bij rioolwerkers wordt elke 10 jaar de DTP vaccinatie aangeraden. Indien je nooit tegen tetanus bent gevaccineerd, bestaat een volledig vaccinatieprogramma uit drie injecties.

VACCINATIE Ja of Nee?

  • De gezondheidsraad beveelt vaccinaties aan tegen Hepatitis A en B, Tetanus en Polio voor beroepsgroepen die in hun werk extra risico lopen (rioolwerkers);
  • Het beschermt je tegen ziektes en gaat verspreiding van bacteriën en virussen tegen;
  • Deelname is op basis van vrijwilligheid;
  • Vrijwel iedereen die na 1950 is geboren is gevaccineerd tegen tetanus (en polio), tenzij op principiële gronden (bijv. geloofsovertuiging) vaccinatie is geweigerd.
Discussie > Bespreek het met je collega’s!

Ga met elkaar in gesprek over het volgende:

  1. Werk jij wel eens op een rwzi? 
  2. Hoe heb je de werkzaamheden hier ervaren? 
Tips > Let op!

Op het project is een Veiligheids-, Gezondheids en Milieuplan (VGM-plan) aanwezig. Dit is een wettelijke verplichting. Hierin staat aangegeven:

  • Hoe werkzaamheden op een veilige en gezonde manier kunnen worden uitgevoerd.
  • De wijze waarop medewerkers, betrokken bij de uitvoering van het project, worden voorgelicht over de aanwezige risico’s van de werkzaamheden en welke maatregelen men hiertegen dient te nemen.

Zorg daarom dat je op de hoogte bent van de inhoud van dit plan en handel hier naar.

Belangrijk: Wanneer een persoon op de grond bewusteloos op de grond ligt in een besloten ruimte, benader deze dan niet! De kans bestaat dat je zelf ook buiten bewustzijn raakt. Waarschuw daarom de toezichthouder RWZI en BEL 112. 


Het vaccinatie protocol van Unica: 
Quality Health Safety Environment - VGM - Kennisportals (sharepoint.com)

Het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM) en hun website
RIVM

Voor meer informatie kijk ook eens op:
Violandis
Arbokennisnet
GGD Beroepsvaccinaties



Scan de volgende code met de app om deze toolbox te bekijken.