Kleine blusmiddelen / H. Zwijnenburg
01 Arbobeleid en Arbozorg
 >  Kleine blusmiddelen
Introductie

Er zijn de laatste tijd veel nieuwe blusstoffen ontwikkeld. De schaal waarop chemicaliën worden vervaardigd, opgeslagen, vervoerd en gebruikt, is dusdanig groot dat specialisme op het gebied van brandbestrijding van doorslaggevend belang is.

 Het principe om zo snel mogelijk na het uitbreken van brand met de blussing te beginnen, is onomstotelijk de meest gouden regel in de brandbestrijding. Juist hiervoor is het van het allergrootste belang dat een ieder op de hoogte is van de maatregelen die genomen moeten worden om een beginnende brand in de kiem te smoren. Tevens kunt u als ‘leek’ op het gebied van brandbestrijding in de periode tussen het ontdekken van de brand en het ter plaatse komen van de brandweer vaak al veel doen. Onderstaand wordt een aantal punten genoemd in dit kader:

  • Stel u op de hoogte van de plaats van draagbare blustoestellen in en bij uw werkomgeving;
  • Zorg dat u de vluchtwegen weet te vinden en ook de wijze waarop de brandmelding moet worden doorgegeven;
  • Voorkom brand door bij brandgevaarlijke werkzaamheden (lassen, slijpen, snijden e.d.) brandbare materialen te verwijderen. Indien dit niet mogelijk is, dek ze dan af met niet ontvlambare dekkleden;
  • Gebruik bij open vuur geen vluchtige stoffen;
  • Zorg altijd voor een vrije doorgang voor de brandweer;
  • Meld brand en/of explosie door middel van de ter plaatse geldende brandmelding en stel de direct leidinggevende op de hoogte;
  • Sluit gasflessen af en schakel elektrische toestellen uit;
  • Verminder, zo mogelijk, ventilatie door deuren, ramen en luchtkokers, door deze te sluiten. Schakel ventilatoren en/of afzuigsystemen uit;
  • Start, indien mogelijk, met de beschikbare blusmiddelen het blussen. Neem hierbij echter geen enkel risico, maar verlaat in gevaarlijke situaties de betreffende ruimte(n). 

In deze toolboxmeeting wordt wat nader ingegaan op het gebruik van kleine blusmiddelen. Er bestaan een aantal verschillende blusstoffen die worden toegepast in kleine blusmiddelen (brandblussers en slanghaspels). 

Elke specifieke blusstof heeft zijn eigen toepassingsgebied en z’n eigen voor- en nadelen. Tevens pakken de diverse blusstoffen de bestrijding van een brand op een eigen manier aan (blusprincipe). De volgende blusprincipes zijn te onderscheiden:

  • Verdringen c.q. afsluitingen van de toevoer van zuurstof naar de brandhaard;
  • Afkoeling van de brandhaard;
  • Negatieve katalysatie, dat wil zeggen, het verstoren van de scheikundige reactie tijdens de verbranding, waardoor de brand dooft;
  • Het verstoren van de mengverhouding, dat wil zeggen, de verhouding tussen de aanwezige brandbare stof en de hoeveelheid zuurstof dusdanig veranderen dat de brand dooft. 

Natuurlijk is het ook mogelijk om een bepaalde blusstof te ontwikkelen, waarbij een combinatie van de bovengenoemde blusprincipes kan worden bereikt.

Verschillende blusstoffen met voor- en nadelen

Water
Blusprincipe: Koeling
Voordelen
Heeft zeer groot koelend effect
Is onschadelijk voor het milieu
Goedkoop
In voldoende mate beschikbaar
Makkelijk transporteerbaar
Nadelen
Vorstgevoelig
Aanzienlijke blusschade
Elektrisch geleidend
Reageert heftig met sommige chemicaliën
Olie blijft drijven op water


Koolzuursneeuw
Blusprincipe: Zuurstofverdringing
Voordelen
Niet elektrisch geleidend, dus toepasbaar bij elektrisch installaties
Niet vorstgevoelig
Nagenoeg geen nevenschade
Niet schadelijk voor etenswaren
Nadelen
Verwaait snel, waardoor het alleen maar binnen goed bruikbaar is

Verdrijft zuurstof en is daarom verstikkend voor de mens in een gesloten ruimte
Heeft weinig indringend vermogen in een brand
Zeer kleine invloed op de temperatuurverlaging, waardoor herontsteking van de brandhaard makkelijk mogelijk blijft. 
Blustijden van een blusser zijn zeer beperkt (6-15 sec.)



Schuim
Blusprincipe: Koeling en zuurstofafsluiting
Voordelen
Zeer geschikt voor vloeistofbranden
Op een eenvoudige wijze in kleine hoeveelheden te vervoeren, waarbij in samenspel met water een zeer grote hoeveelheid blusmiddel te vervaardigen is
Nadelen
Elektrisch geleidend, vorstgevoelig en milieu onvriendelijk



Poeder
Blusprincipe: Negatieve kalaysatie
Voordelen
Niet elektrisch geleidend
Niet vorstgevoelig
Kan worden toegepast in openlucht en binnen
Enorme bluskracht
Nadelen
Veroorzaakt nogal wat schade
Heeft gering afkoelend vermogen, waardoor herontsteking mogelijk blijft


Light water (AFFF)
Blusprincipe: Zuurstofafsluiting
Voordelen
Blijft drijven op aardolieproducten
Bijzonder geschikt voor vloeistofbranden
Lange levensduur van het schuimconcentraat
Milieuvriendelijk
Bediening en het gebruik zijn eenvoudig
Nadelen
Enige blusschade



De bekendste kleine blusmiddelen zijn draagbare blustoestellen en vaste slanghaspels.

Het voordeel van slanghaspels te opzichte van blussers is dat men onbeperkt over het blusmiddel water kan beschikken.

Bij het blussen gelden de volgende regels:

  • Blus met meerdere personen bij grotere branden, zodat de aanwezige brandblussers tegelijk kunnen worden benut;
  • Blus bij kleinere branden met korte stoten, spuit de blusser niet in één keer leeg. De blustijd van een blusser is toch al zeer kort (6 -15 sec.);
  • Spuit bij olie of benzinebranden een poederwolk horizontaal over het hele brandende vlak, nooit van boven op het vuur richten. De brandende olie gaat dan spetteren en heb je er zo een aantal brandhaarden bij;
  • Begin van voor naar achter te spuiten, niet vanuit het midden;
  • Blus van onder naar boven, maar spuit niet in de vlammen;
  • Blus met de windrichting mee om zo min mogelijk hinder te ondervinden van rook en vlammen.

Rook is zeer gevaarlijk bij brand. Het bevat giftige koolmonoxide. Bij inademing kan dat dodelijk zijn. Zorg ervoor dat de rook zich niet of zo min mogelijk verspreidt.

Het onderhoud van draagbare blustoestellen kent vier niveau’s:

1.Regelmatige controle door de gebruiker. De eigenaar / gebruiker moet alle brandblustoestellen regelmatig inspecteren op zichtbare kenmerken, zoals aanwezigheid, toegankelijkheid, gebruiksklaar, onbeschadigd, juiste gebruiksaanwijzing.

2. Jaarlijks onderhoud door een deskundig persoon. Het blustoestel dient jaarlijks te worden gecontroleerd door een gediplomeerde monteur van een door het NCP gecertificeerd REOB-bedrijf.

3.Vijfjaarlijks uitgebreid onderhoud door een deskundig persoon. Eén keer in de vijf jaar wordt het blustoestel onderworpen aan een uitgebreide controle en waar nodig de vulling vernieuwd.

4. Revisie na 10 jaar door een deskundig persoon. Na 10 jaar wordt het blustoestel volledig gedemonteerd en dient een drukproef op de cilinder te worden uitgevoerd. Eventueel dienen onderdelen te worden vervangen en waar nodig de vulling vernieuwd. De levensduur van brandblussers wordt gesteld op maximaal 20 jaar. Daarna moeten deze blussers worden vervangen door nieuwe.

Tips > Voor meer informatie

Scan de volgende code met de app om deze toolbox te bekijken.