QHSE
03 Specifieke werkzaamheden
 >  Kruipruimten
Introductie

Het werken in kruipruimten is niet de meest makkelijke taak voor veel monteurs. Op je buik over een riolering moeten kruipen om een lekkage te verhelpen, terwijl je telkens bijna je hoofd stoot. Kruipruimten zijn meestal moeilijk toegankelijk en kunnen daardoor ook niet snel verlaten worden, dit maakt het werken lastig, complex en gevaarlijk. Het werken in kruipruimten is daarnaast ook zwaar, je gebruikt vaak andere spieren en maakt onnatuurlijke bewegingen of zit/ligt in een onnatuurlijke houding. Dit kan leiden tot klachten en op langere termijn tot ziekteverzuim en soms ook op korte termijn. (denk aan een verdraaiing o.i.d.)

Onder een kruipruimte wordt verstaan:
Een kruipruimte is een lage ruimte onder of in een gebouw die veelal bereikt wordt door een zogeheten kruipluik. Deze bevindt zich veelal tussen de begane grond en de bodem (of bodemafsluiting) en is bestemd voor isolatie, ventilatie, leidingen of kabels en biedt gelegenheid tot het doen van reparaties.

De gewenste afmetingen van een kruipruimte zijn: 

  • Minimale hoogte 80 cm
  • Vrije doorgang (onder balken en leidingen) minimaal 50, liefst 60 cm
  • Kruipgat minimale afmetingen 62x100 cm
  • Maximale afstand tot een kruipgat is 18 meter

De maximale werktijd in een kruipruimte is 4 uur per dag.
De maximaal aaneengesloten werkduur is 1,5 uur, daarna is een pauze buiten de kruipruimte van minstens 15 minuten verplicht.

Als de kruipruimte lager is dan bovengenoemde hoogte en vrije doorgang, dan is een maximale werkduur van 1 uur van toepassing met daarna een pauze van 15 min. buiten de kruipruimte. 
Als de afmetingen kleiner zijn, dan is bovendien de de maximale afstand tot een kruipgat 7,5 meter in plaats van 18 meter.

Als de gezondheidsrisico’s te hoog zijn of het te gevaarlijk is om ter plaatse werkzaamheden uit te voeren, dan kan een werkgever weigeren om dit werk aan te nemen. De werknemer kan eveneens weigeren om er te werken.

Liggend werken in de kruipruimte
Kruipruimte met leidingen en puin
Risico's > Wat kan er gebeuren?

Naast het feit dat werken in kruipruimten lastig, (fysiek) zwaar en ongemakkelijk is, kent het werken in kruipruimten of besloten ruimten een aantal risico’s. Deze risico’s kunnen voor jou persoonlijk gevaar opleveren. Wees van deze risico’s bewust, telkens wanneer je een kruipruimte betreedt.

Er zijn factoren die bij het werken in kruipruimtes kunnen leiden tot risicovolle of ongewenste situaties, zoals:

  • Aanwezigheid van schadelijke gassen / verstikking;
  • Brand- en explosiegevaar;
  • Elektrisering of elektrocutie; 
  • Slechte, zwakke of zelfs ontbreken van noodverlichting bij het kruipgat;
  • Afwezigheid van verlichting in de kruipruimte zelf;
  • Natte bodem of een laag water in de kruipruimte;
  • Aanwezige vervuiling in de grond, bijvoorbeeld arseen (zware metalen in de bodem of grondwater);
  • Puin en afval op de bodem van de kruipruimte;
  • Leidingen en afvoeren als obstakels in de kruipruimte of voor het kruipgat;
  • Scherpe delen vanuit het plafond van de kruipruimte;
  • Beperkte manoeuvreerruimte en het werken in ongemakkelijke houding;
  • Ontbreken van ventilatie en/of mogelijkheden daartoe;
  • Het niet of onzorgvuldig dragen van beschermende kleding;
  • Te hoge of te lage temperatuur in de kruipruimte;
  • Aanwezigheid van ongedierte of dode dieren;

Wanneer kruipgaten ontbreken of zich te ver van de werkplek bevinden, mag in ieder geval nooit worden gegraven onder funderingsbalken door. Dit brengt onaanvaardbare risico’s met zich mee.

Maatregelen > Wat moet je vooraf doen?

Om de risico’s in deze situaties te minimaliseren moet je verschillende voorzorgsmaatregelen nemen. Neem daarnaast ook de adviezen en tips in deze toolbox genoemd, ter harte. De veiligheid van elke werknemer staat altijd voorop en mag nooit ondergeschikt raken aan onstandigheden. Denk dan aan lekkages, spanningsuitval, uitvallen CV installatie of andersoortige "crisis" situaties.

Het is goed om een aantal voorzorgsmaatregelen te treffen, voorafgaand aan het werken in kruipruimtes, namelijk:

  • Voer een TRA uit, indien nodig! (leidinggevende tijdens het werkvoorbereidingsproces);
  • Voer je LMRA uit! (uitvoerende technici) 
  • Controleer of je een 4-gasdetectiemeter bij de hand hebt en of deze is gekalibreerd en getest voorafgaand aan het gebruik;
    (methaan (CH4), koolmonoxide (CO), waterstofsulfide (H2S) en zuurstof (O2))
  • Controleer de kruipruimte(n) op aanwezige gassen met de gasdetectiemeter. Zuurstofconcentratie is 20-21 volume procent. Concentratie explosieve gassen en dampen moeten lager zijn dan 10% van de laagste concentratie waarbij een explosie kan ontstaan. Concentratie giftige stoffen dienen lager te zijn dan de blootstellingswaarden. Let op: voer de metingen op verschillende plekken omdat deze sterk kunnen variëren. Meet eerst altijd buiten de ruimten; 
  • Controleer of je over de juiste PBM's (veiligheidshelm, stofmasker, stofbril, etc.) beschikt en de juiste beschermende kleding draagt. En controleer of deze onderhouden worden (schoongemaakt, gecontroleerd, gerepareerd en op goede wijze opgeborgen).
    • Onafhankelijke adembeschermingsmiddel of filtermasker; 
    • Beschermende kleding; 
    • Werkhandschoenen; 
    • Veiligheidslaarzen of -schoenen; 
    • Oogbeschermingsmiddelen; 
    • Gehoorbescherming; 
    • Veiligheidshelm;
    • Tankreddingsgordel, reddingslijn en eventueel een takel.
  • Zorg bij vochtigheid dat je beschikt over kniestukken, regenbroek of waterdichte overall;
  • Zorg voor een werkplek zonder vuil en puin en dat de toegangswegen vrij zijn van obstakels;
  • Zorg ervoor dat er harde afzettingen worden geplaatst (duidelijk herkenbare kettingen of hekjes) zodat de personen die geen taak hebben bij de kruipruimten, er niet bij kunnen. Plaatsen van alleen pionnetjes, of spullen zoals tafels/stoelen e.d. is onvoldoende evenals alleen het inzetten van een mangatwacht. 
  • Zorg voor goede verlichting (extra voorziening/batterij);
  • Zorg voor de juiste gereedschappen ter plaatse;
  • Zorg voor ventilatiemogelijkheden;
  • Controleer of er ongedierte rondkruipt;
  • Pomp het water weg als de bodem onder water staat;
  • Neem veilig gebruik gereedschap mee of accugereedschap;
  • Laat zo nodig grond wegzuigen door een professioneel bedrijf, mocht dit noodzakelijk zijn.
Maatregelen > Wat moet je doen tijdens de werkzaamheden?

Het is goed om een aantal voorzorgsmaatregelen te treffen, tijdens het werken in kruipruimtes, namelijk:

  • Start de werkzaamheden altijd pas wanneer er een tweede persoon aanwezig is, één in de kruipruimte en de ander buiten; de zogenaamde ‘mangatwacht’. En bespreek het volgende met elkaar:
    • De te verwachten stoffen; 
    • De communicatieprocedure; 
    • De reddingsprocedure (incl. ELH); 
    • De persoonlijke beschermingsmiddelen; 
    • Het gebruik van persluchttoestellen of verse luchtkappen.
  • Dit om te voorkomen dat het luik per ongeluk afgesloten wordt en om bij ongelukken en ongevallen in actie te komen. Daarnaast kun je elkaar zo mooi aflossen;
  • Zet zo nodig een professionele mangatwacht in en laat deze bijdragen in de opzet van de TRA;
  • Informeer derden wanneer de kruipruimten wordt betreedt; 
  • De tweede persoon (buiten de kruipruimte) staat op wacht en slaat alarm in geval van nood; 
  • Bij calamiteit mag de mangatwacht nooit de ruimte betreden; 
  • Wanneer je gebruikmaakt van een ladder, draag zorg voor stabiele plaatsing van de ladder;
  • Probeer zoveel mogelijk (assemblage)werk buiten de kruipruimte te doen, dit om de benodigde tijd in de kruipruimte zo veel mogelijk te beperken;
  • Wanneer je werkzaamheden gaat verrichten, ventileer de kruipruimte dan goed;
  • Houd goed het zuurstofpeil in de gaten om verstikkingsgevaar door zuurstofgebrek of gevaarlijke gassen uit te sluiten;
  • Wees bedacht op de combinatie elektriciteit en water en het gevaar van elektrocutie door vocht of geleiding. Maak gebruik van een veilige spanning (50Volt wisselstroom of 120V gelijkstroom). 
  • Gebruik dubbel geïsoleerd elektrisch gereedschap of gereedschap van laag voltage (accugereedschap);
  • Plaats (indien nodig) een veiligheidstransformator buiten de kruipruimte;
  • Bereid je voor op zware taken, zoals boven hoofd gaten boren of isolatie verwijderen, het zagen met een handzaag, graafwerk of het afvoeren van zwaar materiaal (rioolbuizen, etc).
Maatregelen > Absoluut verboden!
  • Het is absoluut verboden om onder funderingsbalken door te graven en/of te kruipen;
  • Verder is pauzeren en eten in de kruipruimte niet toegestaan; 
  • Er mogen nooit gasflessen gebruikt worden in de kruipruimte.
Discussie > Bespreek het met je collega’s!

Ga met elkaar in gesprek over het volgende:

  1. Werk jij wel eens in een kruipruimte?
  2. Was jij op de hoogte van de bovenstaande risico's en beheersmaatregelen?
Tips > Voor meer informatie

Als de gezondheidsrisico’s te hoog zijn of het te gevaarlijk is om ter plaatse werkzaamheden uit te voeren, dan kan een werkgever weigeren om dit werk aan te nemen. De werknemer kan eveneens weigeren om er te werken.

Hieronder nog aanvullende tips voor werken in een kruipruimte. 

  • Bij het werken in een kruipruimte is het handig om de volgende dingen mee nemen: een zaklamp, mobiele- of portofoon en overige ondersteunende hulpmiddelen zoals gereedschapsgordel, etc;
  • Bouw regelmatig micropauzes in tijdens het werk. Dit zijn korte perioden waarin de spieren kunnen herstellen door een andere houding aan te nemen of te ontspannen. Voor werk met zwaar gereedschap geldt dit advies al na 45 seconden tot 2 minuten afhankelijk van de werkhoogte. Voor lichter werk waarbij de armen lang opgetild moeten worden geldt dit advies al na 1-3 minuten;
  • Laat de werkonderbreking duren tot het gevoel van vermoeidheid of ongemak in de spieren helemaal verdwenen is;
  • Als je liggend werk niet kunt voorkomen, probeer het hoofd en de armen zoveel mogelijk te ondersteunen. Neem eventueel hulpmiddelen mee voor ondersteuning van het hoofd;
  • Spreek je leidinggevende aan als je denkt dat werken op de betreffende locatie niet veilig genoeg is;
  • Neem de adviezen voor verblijfsduur, taakroulatie en pauzetijden in acht, en bespreek deze voor aanvang van je werkzaamheden met je leidinggevende;
  • Neem altijd contact op met je leidinggevende als je twijfelt over je veiligheid, na korte inspectie van de kruipruimte.
  • Betrek altijd ook de opdrachtgever, zodat deze weet wat er op dat moment in zijn gebouw speelt.

Scan de volgende code met de app om deze toolbox te bekijken.