Een natte koeltoren is een installatie die gebruikt wordt voor de afkoeling van een gebouw of een industrieel proces. De koeltoren vernevelt water, dat zich als een lichte mist verspreidt. Via de waternevel kunnen legionellabacteriën eenvoudig terechtkomen in de lucht die mensen inademen. Juist bij inademing kunnen legionellabacteriën gevaarlijk zijn. Om deze reden moeten de koeltorens regelmatig gecontroleerd en getest worden op de aanwezigheid van bacteriën, o.a. voor legionellabacteriën.
De witte wolken die uit de koeltoren komen, veroorzaken geen luchtvervuiling want dat bestaat enkel uit waterdamp en druppeltjes. De druppeltjes kunnen wel besmet zijn met legionella. Inademing met legionella besmette druppeltjes kan ernstige ziekte en zelfs overlijden tot gevolg hebben.
De risico's van koeltorens zijn te verdelen over vier klassen, zie ISSO 55.3, tabel 4.02.
Risicoklasse | Locatie |
1. (hoogste risico) | Koeltoren in de nabijheid (<200meter) van ziekenhuis, verpleeghuis of andere (medisch georiënteerde) zorginstelling waar mensen met een verminderd immuunsysteem verblijven. |
2. | Koeltorens in de nabijheid (<200meter) van bejaardentehuizen, hotels of andere gebouwen waarin zich veel mensen bevinden. |
3. | Koeltorens in de nabijheid (<600meter) van een woonomgeving. |
4. (laagste risico) | Koeltorens die op afstand (>600meter) staat van een woonomgeving. |
Systeem | Kans op groei | Kans op aërosolen |
Recirculerende open koeltorens met vullichamen | Zeer groot | Zeer groot |
Recirculerende open koeltorens met interne warmtewisselaars (al of niet geforceerde trek) | Groot | Zeer groot |
Eenmalig doorstroomde systemen met koeltoren | Matig | Zeer groot |
Luchtgekoelde koeltorens met interne warmtewisselaar | Klein | Klein |
De risico's voor besmetting met legionella zijn geschat op basis van de kans op groei van legionella in de systemen én de kans op verspreiding van legionella vanuit de systemen. Het gaat hier om een algemene risicobeschouwing, waarbij geen rekening is gehouden met specifieke praktijkomstandigheden.
Let op: De kleine kans op groei van legionella in luchtgekoelde systemen heeft te maken met mogelijke condensvorming in het systeem. De kleine kans op verspreiding heeft te maken met de reinigingswerkzaamheden waarbij gebruik wordt gemaakt van hoge drukreinigers.
De algemene risico's van legionella zijn:
De algemene beheersmaatregelen worden hieronder beschreven.
Installatiemaatregelen
In een schema is aangegeven wat de hoofdstappen zijn die moeten worden genomen om een Legionella veilige situatie bij koeltorens te kunnen waarborgen. De Arbo-wet, artikel 5, geeft aan dat een RI&E moet worden uitgevoerd. Op basis daarvan moet een beheersplan worden gemaakt. De eisen aan de RI&E m.b.t. Legionellapreventie in koeltorens zijn neergelegd in Arbo-besluit H4 en Arbo-Beleidsregel 4.57a
Hierna wordt het uitvoeren van de RI&E m.b.t. Legionellapreventie behandeld via de zogenoemde ketenbenadering. Dit ligt in lijn met de benadering in ISSO-publicaties 55.1 en 55.2. Allereerst wordt de koeltoren ingedeeld in de risicocategorie volgens BREF. Het koeltoren- en het suppletiesysteem vanaf de hoofdwatermeter naar de koeltoren worden vervolgens, in stromingsrichting gezien, opgedeeld in componenten. Per component worden de risico’s beschouwd en maatregelen gegeven om het risico terug te brengen naar de kwalificatie risiconeutraal.
De eigenaar van de installatie heeft de verplichting o.a. een administratie of logboek bij te houden. In dit logboek worden alle maatregelen, controles, onderzoeken en resultaten bewaard. Door een logboek bij te houden, hebben de toezichthouder, beheerder en de eigenaar direct inzicht in de genomen maatregelen/acties t.a.v. legionella preventie. Daarnaast is het bijhouden van een logboek verplicht gesteld en dienen de gegevens minimaal drie jaar bewaard te blijven. Let op: Wanneer een koeltoren door Unica wordt beheerd en Unica dus de beheerder is, moet Unica kunnen aantonen dat alle inspanningen zijn gedaan om de beheerstaken(vanuit het beheersplan) uit te voeren. Indien verplichte onderdelen afwezig of onvolledig zijn, dient Unica de eigenaar van de installatie hierop te wijzen. Deze beheerstaken dienen namelijk uitgevoerd te worden in opdracht van de eigenaar van de installatie. Als niet alle activiteiten uitgevoerd (kunnen/mogen) worden door Unica, moet dit heel duidelijk geregistreerd en gecommuniceerd zijn richting de opdrachtgever.
Ga met elkaar in gesprek over het volgende:
Scan de volgende code met de app om deze toolbox te bekijken.